Skip to main content

Vandaag is het Interdepartementale onderzoek (IBO) naar de Bekostiging van de elektriciteitsinfrastructuur gepubliceerd. De totale kosten om de netzwaringsopgave te realiseren worden door ambtenaren geraamd op €195 miljard. Om deze netkosten – en ook de betaalbaarheid van deze transitie voor burgers en bedrijven – te beheersen, achten de onderzoekers het van cruciaal belang dat er meer flexibiliteit in het systeem wordt gecreëerd.

Resultaten IBO ‘Bekostiging elektriciteitsinfrastructuur’
Het IBO (Interdepartementaal Beleidsonderzoek) is een onafhankelijk ambtelijk onderzoek dat door meerdere ministeries is uitgevoerd naar de financiering van de toekomstige elektriciteitsinfrastructuur.

Uit het IBO komt naar voren dat de kosten voor het uitbouwen van de infrastructuur neerkomen op €195 miljard. De totale netbeheerkosten voor elektriciteit stijgen daardoor van €6,9 miljard in 2024 naar €20 miljard in 2040. Dit leidt tot een verwachte kostenverhoging van de energierekening burgers en bedrijven. De netbeheerders verwachten dat de nettarieven met 4,8% tot 6,7% per jaar stijgen, afhankelijk van de netgebruikersgroep.

De overheid heeft verschillende mogelijkheden in kaart gebracht om deze kostenstijging te beperken. Dit kan door (1) netbeheerder(s) te subsidiëren of de netkosten te spreiden in de tijd; (2) netgebruikers “onder de streep” gericht te compenseren; en (3) kosten internationaal te delen.

Daarnaast zijn er ook maatregelen mogelijkheden geïnventariseerd om de totale netbeheerderskosten te drukken. Om de kosten te beheersen ziet het IBO als allereerst een belangrijke rol om het netgebruik te flexibiliseren.

Flexibiliseren netgebruik
Het rapport benadrukt dat de energietransitie niet alleen vraagt om een forse uitbreiding van het elektriciteitsnet, maar ook om een optimale inzet van opslag- en flexibiliteitsmaatregelen. Door opwek, gebruik en opslagcapaciteit dichter bij elkaar te brengen, kan de investeringsopgave aanzienlijk worden verlaagd. Door interventies op o.a. het gebied van flexibiliteit kan volgens de berekeningen de totale investeringsopgave in 2040 met 3,5 tot 22,5 miljard euro worden verlaagd.

Het rapport signaleert een toenemende belangstelling voor het aansluiten van batterijen (samen met elektrolysers) als oplossing om netcongestie te reduceren. De tekst benadrukt dat de “crux” ligt in het op de juiste plek neerzetten van deze opslagfaciliteiten. Door batterijen strategisch te plaatsen, kunnen piekbelastingen op het elektriciteitsnet effectief worden afgevlakt. Zo geeft het rapport aan dat locatiesturing op het hoogspanningsnet een potentiële besparing van circa €2,5 miljard kan opleveren.

Het Rijk werkt samen met netbeheerders en medeoverheden om specifieke locaties aan te wijzen waar batterijen optimaal kunnen worden ingezet. Hierbij is het van belang dat netbeheerders nauwkeurig bepalen waar en in welke hoeveelheid opslagcapaciteit nodig is en dat zij duidelijke contractuele voorwaarden stellen voor de inzet van deze batterijen. Een voorstel is bijvoorbeeld dat netbeheerders zelf een opslagtender uitschrijven, zodat de investering en de operationele inzet strak kunnen worden afgestemd op de fysieke mogelijkheden van het netwerk.

Naast batterijopslag komt in het rapport ook aandacht voor warmtebuffers als flankerend beleid. Deze worden gezien als een belangrijke maatregel om het comfortverlies te beperken dat kan ontstaan door strengere flexibiliteitssturing. Doordat flexibiliteitsmaatregelen bijvoorbeeld kunnen leiden tot huizen die 1 tot 2 graden kouder worden, wordt voorgesteld om flankerend beleid te ontwikkelen. Een concreet voorstel is het subsidiëren van warmtebuffers bij kleinverbruikers. Op basis van een inschatting wordt aangegeven dat een eenmalige subsidie tussen de 400 en 800 miljoen euro nodig zou zijn om het comfortverlies te mitigeren en tegelijkertijd de investeringsopgave te verlagen.

Opslag op zee: kansen voor grootschalige opslag en LDES
Het IBO bespreekt tevens de ontwikkeling van alternatieve opwek- en opslagtechnologieën zoals grootschalige batterijen en CAES-systemen. Daarbij wordt specifiek gekeken om de technologieën in te zetten om windenergie beter te ontsluiten.  Specifiek voor de opslagcapaciteit op zee wordt voorgesteld om de subsidiebehoefte gelijk te stellen die van opslag op land met een huidige inschatting van ongeveer €200 miljoen tot 2035 om daarmee de onrendabele top af te dekken.

Impact nettarieven
Onderzoekers hebben ook gekeken naar de impact van tarieven op eindgebruikers, zoals ook voor batterijen. Uit het rapport blijkt dat er in andere Europese landen aanzienlijke regelingen bestaan om de kosten van batterijopslag te drukken. Dit maakt het voor investeerders aantrekkelijk om grootschalige batterijopslag net over de grens te realiseren, zodat zij kunnen profiteren van gunstigere tariefvoorwaarden. Om dit op te lossen worden er verschillende voorstellen gedaan.

Een belangrijk voorstel in het rapport is de noodzaak om, op Europees niveau, de tariefmethodologie verder te harmoniseren. Het idee is dat een strakkere afstemming van de regelgeving ertoe kan leiden dat alle lidstaten, inclusief Nederland, een meer kostenreflectieve tariefstructuur hanteren. In afwachting van Europese harmonisatie  stelt het rapport voor om op korte termijn tijdelijke maatregelen te overwegen. Deze maatregelen zouden kunnen bestaan uit subsidies of andere financiële compensaties. Het doel hiervan is om de directe kostenstijging door hogere nettarieven te dempen.