18 augustus 2025 5 min. Interview

Interview Pieter Grinwis (ChristenUnie) – Er moet meer gestuurd worden op energieopslag

De Tweede Kamerverkiezingen staan voor de deur en Energy Storage NL is benieuwd hoe energieopslag wordt meegenomen in de partijprogramma’s van verschillende politieke partijen. De aanloop naar de verkiezingen staat bij Energy Storage NL in het kader van ‘energieopslag in de politiek’. Voor deze campagne hebben we verschillende Kamerleden geïnterviewd over wat volgens hen het belang is van energieopslag in het energiesysteem. Met deze keer aan het woord: Pieter Grinwis, Kamerlid en woordvoerder Energie en Klimaat van de ChristenUnie.

Wat is volgens jou de belangrijkste meerwaarde van energieopslag in het energiesysteem, op de korte én lange termijn? En hoe zie je de rol van opslag binnen het energiesysteem zelf?

Ons energiesysteem is snel aan het veranderen. Er wordt continu meer zon- en windenergie toegevoegd, wat leidt tot een volatieler systeem. Dat vraagt om flexibiliteit. Je kunt die flexibiliteit proberen te organiseren aan de vraagzijde, maar dat is door de omvang van de pieken en dalen niet voldoende. Je zult dus óók in het systeem zelf flexibiliteitsoplossingen moeten integreren. Denk aan regelbaar vermogen, bij voorkeur CO₂-vrij. Tot nu toe zijn dat vaak aardgas en biomassa, maar als we naar duurzamere alternatieven willen, dan kom je al snel uit bij opslag.

Opslag is daarmee een belangrijk instrument in het bieden van die flexibiliteit. Je ziet ook in de leveringszekerheidsrapporten van TenneT dat flexibiliteit met de dag belangrijker wordt. Er is weliswaar beleid voor flexibiliteit, maar het Nederlandse beleid is nu nauwelijks gericht op het snel opschalen van opslag. Dat baart me zorgen. Omdat ik overtuigd ben van de meerwaarde van opslag, verbaast het me dat het beleid zo afwachtend is — vooral bij het ministerie van Klimaat en Energie (KGG), waar men in mijn ogen te behoudend is.

Je noemde dat er op de lange termijn een duidelijke behoefte is aan opslag vanwege de groei van zon en wind. Tegelijkertijd zien we op korte termijn dat netcongestie een steeds groter knelpunt vormt. Welke rol zie je voor energieopslag in het tegengaan van netcongestie, en wordt deze potentie volgens jou momenteel voldoende benut?

Nee, ik denk dat daar nog te weinig mee gebeurt. De ontwikkelingen in opslagtechnologie gaan razendsnel, net als de kostendaling. Dat maakt het des te urgenter dat het beleid meebeweegt, maar dat gebeurt niet. Je ziet nu dat thuisbatterijen populairder worden, en ook buurt- of wijkbatterijen kunnen op lokaal niveau netcongestie helpen verlichten. Maar grotere opslagsystemen kunnen ook bij de opwekking een grote rol spelen.

Wat mij verbaasde: aan de opwekkant ziet de minister de waarde van opslag bij netcongestie wel, maar aan de afnamekant niet. Daar heb ik een jaar geleden schriftelijke vragen over gesteld. De antwoorden waren teleurstellend. Het beleid loopt achter op de technologische realiteit. Het is belangrijk dat het ministerie en haar adviseurs de snelheid van innovatie meenemen in hun voorstellen, ook op dit thema. Dat gebeurt nu onvoldoende. En dat remt vervolgens ook de beleidsreacties op mijn voorstellen om opslag een betere plek in het systeem te geven.

Wat is volgens jou de voornaamste reden dat de ontwikkeling en integratie van opslag in Nederland nog achterblijft?

De grote showstopper zijn de nettarieven. Die zijn te hoog en houden onvoldoende rekening met de toegevoegde waarde van opslag in het energiesysteem. Het is al vaak doorgerekend: een batterij, mits goed gebruikt, dempt pieken in de opwek én in de prijzen. Dat vermindert de behoefte aan extra capaciteit van zon en wind. Maar dan moet je dus wel aan de knop van de nettarieven durven draaien.

Daar zit meteen het probleem: de minister is gebonden aan de Autoriteit Consument & Markt (ACM). En ik zeg weleens gekscherend: de ACM is de machtigste politieke partij van Nederland. Hun interpretatie van de Europese regels is leidend. Zelfs als wij voorstellen doen die aansluiten bij het beleid van buurlanden zoals België of Duitsland, houdt de ACM vast aan haar eigen lezing. En daardoor gebeurt hier weinig, terwijl opslaginitiatieven net over de grens wél van de grond komen.

De 65% korting die nu is ingevoerd is een eerste stap, maar wel aan de zuinige kant. Vergeleken met de Belgen en Duitsers is het niet genoeg. Dus ja, het sleutelwoord is nettarieven, maar ook de opstelling van de ACM speelt ons parten.

Je pleit voor meer regie vanuit de overheid. Hoe beoordeel je de huidige opslagstrategie en wat zou er volgens jou moeten verbeteren?

Ik begrijp dat het ministerie terughoudend is met het sturen op specifieke technologie. Dat past bij een neoliberale traditie waarin je techniekneutraal probeert te blijven en vooral de markt laat bepalen. Maar we zitten in een transitie. En in een energietransitietijd moet je soms tijdelijk wél sturen, om vaart te maken.

Aan de opwekkant doen we dat al jaren. We maken keuzes voor zon, wind, kernenergie. Maar verderop in het energiesysteem blijven we terughoudend. Dat vind ik niet logisch. We hebben ook sturing nodig op flexibiliteit, en dus op opslag. Ik zou pleiten voor tussendoelen — voorlopige opslagdoelen waar je als overheid beleid op maakt. Dat helpt enorm om de energieleveringszekerheid op de lange termijn te waarborgen.

Wat is er volgens jou nodig om van ‘belangrijk vinden’ naar echte prioriteit te gaan?

Het begint met politieke wil. In ons verkiezingsprogramma zullen wij het belang van opslag expliciet benoemen. Daarnaast dien ik moties in, stel ik vragen, en probeer ik Kamermeerderheden te vinden. Dat lukt steeds beter. Maar het gaat traag. En in de tussentijd lopen we investeringsbeslissingen mis. Toch ben ik niet pessimistisch: ik zie beweging bij het ministerie en ook bij de ACM.

Het zou natuurlijk het beste zijn als de minister zelf actief op opslag stuurt. Dat is het meest effectief. Maar zolang dat niet gebeurt, is het aan mij en mijn collega’s om via de Kamer die opslagtanker in beweging te krijgen.

Wat mogen we van de ChristenUnie verwachten op het gebied van opslag in aanloop naar de verkiezingen?

We zullen benadrukken dat een energiesysteem met steeds meer zon en wind ook flexibiliteit vereist. En daar hoort beleid bij, onder andere op opslag. We vinden dat er een concreet doel moet worden gesteld voor het realiseren van opslagcapaciteit.

Daarnaast willen we ook andere vormen van opslag agenderen, niet alleen batterijen. Projecten zoals Delta21 — gericht op langere termijn opslag — laten zien dat er veel mogelijk is. Zulke projecten combineren opslag met waterveiligheid en natuurontwikkeling. We moeten opslag systemisch benaderen en alle vormen overwegen. Alleen dan kunnen we een robuust en betrouwbaar energiesysteem realiseren dat 24/7 leveringszekerheid biedt.

Tot slot, wat drijft jou persoonlijk in jouw inzet voor energieopslag?

Uiteindelijk draait het niet alleen om technologie. Het gaat erom dat we als samenleving goed zorgen voor onze leefomgeving. We willen de aarde verantwoord doorgeven aan onze kinderen en kleinkinderen. Dat is mijn motivatie. En ja, ik vind het ook oprecht interessant om me in te verdiepen. Maar onderaan de streep is het een morele opdracht: we moeten nu doorpakken, anders gaat het de verkeerde kant op.

Pagina delen
Pagina delen