1 mei 2025 6 min. Nieuws

TenneT beantwoordt TDTR-vragen uit de sector

Onlangs heeft TenneT in een online webinar toelichting gegeven over de implementatie van de TDTR (tijdsduurgebonden transportrecht). Hierin werd o.a. ingegaan op de beschikbare restcapaciteit en werden enkele vragen vanuit ontwikkelaars besproken. De opslagsector waardeert de openbare toelichting, maar blijft tegelijkertijd achter met vragen die nog niet voldoende geadresseerd zijn. Om de sector van informatie te voorzien heeft ESNL de vragen zo veel mogelijk gebundeld. De antwoorden van TenneT staan hieronder.  

Klopt het dat ruim 2 GW van de gevonden 9,1 GW restruimte reeds is toegekend, en er in deze iteratie van de restruimteberekening dus nog ongeveer 7 GW te vergeven is? Hoe vaak vinden die iteraties plaats?

In deze eerste serie iteraties is inderdaad 9,1 GW aan restruimte geïdentificeerd waarvan 2,3 GW inderdaad reeds is vergeven.

Iteraties vinden plaats totdat er geen TDTR-vermogen meer te vergeven is, of totdat er geen geïnteresseerden meer zijn voor de resterende beschikbare TDTR-capaciteit. Een toekomstige iteratie heeft enkel zin indien profielen van bestaande klanten op het net zich substantieel wijzigen en/of als er netverzwaringen in gebruik worden genomen die niet al zijn verdisconteerd in de nu berekende resultaten. Op korte termijn worden daarom geen nieuwe iteraties voorzien. Het is dus niet te verwachten dat op korte termijn aanvullende TDTR-capaciteit te vergeven valt. Wel kan het zijn dat partijen die nu voor TDTR-ruimte in aanmerking komen afzien van het aanbod, waarna die ruimte beschikbaar komt voor de eerstvolgende op de wachtlijst. 

In de webinar was sprake van zowel FCFS als maatschappelijk prioriteren in het bepalen van de volgorde van behandeling. Dit kan tegenstrijdigheden opleveren en is bovendien niet te implementeren zolang niet duidelijk is wie als congestieverzachter kwalificeert. Hoe maakt TenneT dan in de praktijk deze afweging, en wat betekent dit voor partijen die (nog) niet als congestieverzachter gekwalificeerd zijn?

Recentelijk is het ACM-besluit voor maatschappelijk prioriteren vernietigd door het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Tot het einde van het huidige jaar geldt dit vernietigde kader voor maatschappelijk prioriteren nog wel. In het kader bestaan drie categorieën die met prioriteit transportcapaciteit toegekend kunnen krijgen.  

Voor de TDTR-discussie is vooral de categorie “congestieverzachter” relevant. Bij partijen die zichzelf in een eerder stadium hebben aangemeld als congestieverzachter beoordeelt TenneT in hoeverre deze partijen voldoen aan de criteria van congestieverzachter. Relevant daarin zijn o.a. de locatie van de asset, de inbedrijfnamedatum, de capabilities van de asset en de voorwaarden voor het leveren van congestiemanagementdiensten die TenneT en de aanvrager overeen kunnen komen. Dit bepaalt of deze partijen daadwerkelijk kwalificeren als congestieverzachter. “Congestieverzachters” krijgen dus onder voorbehoud van daadwerkelijke kwalificatie als congestieverzachter voorrang. Mocht blijken dat zij toch niet als congestieverzachter kwalificeren, dan verliezen ze hun voorrang waarna de TDTR-capaciteit alsnog naar de eerstvolgende op de wachtlijst gaat.  

Hoe wordt omgegaan met aanvragers van transportcapaciteit die voor een gedeelte van hun aanvraag een TDTR-aanbod krijgen en accepteren, maar voor een gedeelte nog geen aanbod krijgen? Komen zij voor dat tweede gedeelte dan weer onderaan de wachtlijst?

Nee, in het geval dat niet de volledige transportcapaciteit beschikbaar is op het moment van aanvragen behoudt de aanvrager zijn plek op de wachtlijst voor het resterende vermogen.  

In de webinar werd gesteld dat TDTR enkel in combinatie met een CBC en biedplichtcontract kan worden afgesloten. Kijkend naar de netcode zou aan intraday-verplichtingen voldaan kunnen worden door middel van redispatch biedingen. Waarom is er nu voor gekozen een niet-congestieproduct (TDTR) te koppelen aan deze congestieproducten? En is TenneT dit ook van plan te doen bij aangeslotenen in niet-congestiegebieden?

Op basis van Netcode artikel 9.1 verplicht TenneT aangeslotenen om een CBC en biedplichtcontract af te sluiten, ongeacht of een aangeslotene een vast of een alternatief transportrecht heeft. TenneT acht aangeslotenen die gebruik maken van TDTR-vermogen, flexibel te zijn (voor het aandeel TDTR in het gecontracteerd transportvermogen) en hun vermogen daarom ook, tegen vergoeding, beschikbaar te kunnen maken middels een CBC en biedplichtcontract.  

TDTR-berekeningen bevatten aannames over gebruik van transportcapaciteit. Er zijn inherente onzekerheden in deze aannames. Daarmee bestaat er een risico dat TenneT in een gegeven jaar toch meer dan 15% van de tijd de flexibiliteit van de aangeslotene nodig heeft. Overigens kan het omgekeerd ook zo zijn dat TenneT deze flexibiliteit minder dan 15% van de tijd nodig heeft. 

Door de CBC en het biedplichtcontract dekt TenneT het risico op een hogere benodigde inzet af. Het risico is hiermee niet meer een fysiek risico (fysieke overbelasting van infrastructuur), maar een financieel risico voor TenneT. De aangeslotene krijgt via het CBC en of de redispatchbieding een faire vergoeding voor zijn aanvullende flexibiliteit. 

Hoe worden BESS-profielen meegenomen in de berekening van de belastingduurkromme? Zit hier verschil in tussen de verschillende iteraties, bijvoorbeeld wanneer in de eerste iteratie een BESS een TDTR-aanbod heeft geaccepteerd?

Bij het bepalen van de belastingduurkromme, voor bepaling van het beschikbare TDTR-vermogen wordt geen rekening gehouden met het profiel van de aanvrager van TDTR-vermogen. Conform de Netcode artikel 7.1c is het profiel van de aanvrager namelijk niet van belang voor de hoeveelheid beschikbaar TDTR-vermogen.  

Als er TDTR-vermogen is uitgegeven wordt er voor dat uitgegeven vermogen wel een profiel aangenomen om het daarna resterende TDTR-vermogen te bepalen (tweede iteratie). Voor standalone BESS wordt een profiel aangehouden van maximale invoeding en afname op elk moment. TenneT kiest dit profiel omdat dit momenteel het beste aansluit bij de huidige inzichten omtrent het gedrag van batterijen. De verwachting is wel dat batterijen in de toekomst in toenemende mate gedrag zullen vertonen dat meer lijkt op dat wat te voorspellen is o.b.v. day-ahead marktprijzen. Echter, onduidelijk is nog vanaf welke batterij-omvang in het net dit geldt en in hoeverre dit voor de batterijpopulatie in het algemeen geldt of ook voor individuele batterijen. TenneT monitort deze ontwikkelingen. Als het in de TDTR-berekeningen o.b.v. nieuwe inzichten verantwoord is om over te stappen op een ander profiel, dan zal TenneT dat ook doen. 

Voor bestaande firm aanvragen die wensen hun capaciteit om te zetten in TDTR, wordt daarbij de firm capaciteit meegenomen in de belastingduurkromme?

Nee, in dat geval zou er op onterechte wijze TDTR-capaciteit vergeven worden. 

In de capaciteitsberekening is uitgegaan van blokprofielen met een maximale invoeding en afname op elk moment in de tijd. Batterijen kunnen zowel invoeden als afnemen, maar één installatie doe dit nooit op hetzelfde moment. Bereidt TenneT ook een analyse voor waarin er onderscheid is gemaakt in invoeden en afnemen op elk moment in de tijd? En zo ja, wordt daarvoor ook een contractvorm voor gemaakt?

TenneT gaat er niet daadwerkelijk vanuit dat een batterij momentaan maximaal zal invoeden en afnemen; dat is fysiek niet mogelijk. Wel moet TenneT rekening houden met de mogelijkheid dat een batterij op elk moment van het jaar realistisch gezien maximaal zou kunnen invoeden en afnemen, vandaar dat TenneT voor nu een blokprofiel hanteert. Zie ook de beantwoording bij vraag 5.  

De TDTR is op dit moment zowel voor invoeding als afname beschikbaar. TenneT voorziet op dit moment geen nieuwe contractvorm waarin (een ander) onderscheid wordt gemaakt naar invoeding en afname. 

In het webinar is niet ingegaan op de vraag wat de gevonden restruimte op TenneT-niveau betekent voor het RNB-net. Hoe kan op MS/LS-niveau van deze restcapaciteit gebruik gemaakt worden, en kan TenneT er ook voor kiezen om deze restruimte aan RNB’s te vergeven zodat zij transportverzoeken kunnen inwilligen?

In de Netcode zijn drie producten voor restcapaciteit gedefinieerd. Dit betreft de TDTR, TBTR en het VVTR. De TDTR is enkel beschikbaar voor TenneT-klanten. De TBTR enkel voor RNB-klanten. VVTR alleen in congestiegebieden. 

De TBTR en TDTR zitten elkaar in de praktijk slechts zeer beperkt in de weg. Het TBTR  moet elke dag (of periode of seizoen) beschikbaar zijn op een vast moment. In feite is daarmee de ‘slechtste dag’ leidend voor de omvang van de capaciteit die wordt aangeboden bij het TBTR. Bij de TDTR wordt afgesproken dat de klant minimaal 85% van de tijd gebruik kan maken van transportrecht maar de daadwerkelijke beschikbaarheid pas kort van tevoren bevestigd krijgt. Beide producten opereren dus voornamelijk in aparte gedeeltes van de restruimte.  

Het doorrekenen van de TBTR-profielen door TenneT ten behoeve van de klanten van de RNB’s wordt in Q2 van 2025 uitgevoerd. 

Hoe worden geplande netuitbreidingen momenteel meegenomen in de bepaling van de beschikbare TDTR-capaciteit?

De hoogste assetbelasting is bepalend voor de omvang van de TDTR die kan worden vrijgegeven. In gebieden zonder congestie en met voldoende netcapaciteit wordt een periode van 15 jaar aangehouden. De voorspelde belasting over 15 jaar is dan het uitgangspunt. 

Binnen congestiegebieden (waar overigens ook voor een periode van 15 jaar vooruit wordt gekeken) zal de hoogste assetbelasting ontstaan in het laatste congestiejaar. Dit referentiejaar wordt gebruikt om de TDTR-capaciteit te bepalen. Als de netverzwaring is gerealiseerd, kan in deze gebieden veelal meer TDTR-ruimte vrijkomen. 

ESNL blijft in gesprek met TenneT over de implementatie van TDTR. Vragen of opmerkingen hierover kunnen naar Stan van den Broek. 

Pagina delen
Pagina delen