De Autoriteit Consument en Markt (ACM) heeft een onderzoek gepubliceerd naar verschillende tariefstructuren voor invoeding. De gedachte is dat de stijgende netkosten op die manier eerlijker verdeeld kunnen worden en afnemers daarvan profiteren. Het onderzoek, uitgevoerd door CE Delft, bevestigt dat er met een producententarief meer sprake is van kostenreflectiviteit. Tegelijkertijd is de vrees dat de besparingen voor afnemers uiteindelijk beperkt zullen zijn, doordat producenten de tarieven zullen verwerken in hun verkoopprijzen en bovendien minder zullen investeren in nieuwe installaties.
In een parallel onderzoek, in opdracht van Energie Nederland, stelt onderzoeksbureau Aurora dat ook voor batterijen de business case op lange termijn verder kan verslechteren door de afnemende volatiliteit in het energieaanbod. Op de korte termijn geldt voor opslag vooral dat de kosten voor afname een veelvoud zijn van de kosten voor productie – op de manier zoals die op dit moment zijn meegenomen door CE Delft – en de wijzigingen in de tarieven in het niet vallen bij andere jaarlijkse onzekerheden.
ESNL is geen voorstander van het producententarief, omdat het extra onzekerheid creëert in de markt, administratieve lasten introduceert en de maatschappelijke besparingen beperkt lijken. ESNL blijft in overleg met de ACM, netbeheerders en andere stakeholders om de positie van opslag in de tariefstructuur te verbeteren.