Onderzoeksbureau CE-Delft heeft in opdracht van het ministerie Economische Zaken en Klimaat onderzoek gedaan naar de inpassing van energie uit Wind op Zee in het energiesysteem. Daarvoor zijn verschillende scenario’s onderzocht. Elk van de scenario’s gaat uit van een fors vermogen aan verschillende flexibiliteitsbronnen, zoals elektrolysers (op land of op zee) en batterijen. Deze bronnen zijn nodig voor het balanceren van vraag en aanbod van elektriciteit en kunnen dus ook bijdragen aan de inpassing van wind op zee in het energiesysteem.
Balanceren vraag en aanbod elektriciteit
Richting 2040 zal flexibiliteit, zoals batterijen, elektrolysers en interconnectie, noodzakelijk zijn voor het balanceren van vraag en aanbod van elektriciteit. De rol van flexibiliteitsbronnen zal volgens CE-Delft vooral toenemen in de jaren ’30. Indien er in de jaren ’30 geen forse inzet is op de ontwikkeling van flexibiliteitsbronnen, kan windenergie in steeds meer uren niet benut worden. In dat geval verliezen windparken op zee hun businesscase, en zijn er tegelijk problemen met leveringszekerheid op uren met weinig wind- en zonproductie. Daarnaast heeft de uitrol van flexibiliteitsbronnen in de periode 2031-2040 impact op hoeveel elektrische aanlanding ingepast kan worden. Hierbij zijn met name elektrolysers van belang, maar ook de uitrol van andere flexibiliteitsbronnen die kunnen bijdragen aan inpassing, zoals vraagsturing en batterijen, is belangrijk..
Impact aanlanding wind op zee
Naast balancering hebben flexibiliteitsbronnen ook impact op de aanlanding van wind op zee. Efficiënte inzet van flexibiliteitsbronnen en het zo veel mogelijk direct gebruiken van windenergie op de aansluitlocatie, zorgt voor een reductie van de impact op de energie-infrastructuur op land. Tussen de 35 en 45% van de windenergie kan direct gebruikt worden voor invulling van de elektriciteitsvraag in Nederland. Met inzet van verschillende flexibiliteitsbronnen (batterijen, vraagsturing, power-to-heat) kan tussen de 40 en 50% van de windenergie benut worden in de vorm van elektriciteit in Nederland.
Sturing op flexibiliteitsbronnen
Uit de onderzoeksresultaten kan geconcludeerd worden dat de inzet van flexibiliteitsbronnen ervoor zorgt dat fors meer elektrische aanlanding van wind op zee in het systeem op land geïntegreerd kan worden (zonder uitbreidingen van hoogspanningsverbindingen). In totaal kunnen door de inzet van flexibiliteitsbronnen naar verwachting tussen de twee en zeven extra verbindingen gerealiseerd worden tot 2040, afhankelijk van het scenario. Dit benadrukt de belangrijke rol van flexibiliteitsbronnen bij het integreren van elektriciteit van windparken op zee in het energiesysteem op land.
Het is daarom volgens CE-Delft nodig, vanuit het perspectief van systeemintegratie, om er op te sturen dat de flexibiliteitsbronnen die noodzakelijk zijn voor het balanceren van vraag en aanbod van elektriciteit gerealiseerd worden bij aansluitlocaties. Dit geldt met name voor elektrolysers, indien deze op land geplaatst worden. Het is ook mogelijk dat flexibele elektrolyse op zee toegepast wordt en hybride aansluitingen gerealiseerd worden. Inzet van batterijen levert een beperkte bijdrage aan het integreren van elektriciteit van windparken op zee. Al kunnen er andere overwegingen zijn om batterijen op deze locaties te plaatsen, zoals de grote hoeveelheid transportcapaciteit op deze locaties.
Lees het gehele CE-Delft rapport hier.