Skip to main content

De vernieuwde Integrale Infrastructuurverkenning 2030-2050, II3050-editie 2* is gepubliceerd. De belangrijkste aanbevelingen van het II3050-editie 2 op het gebied van energieopslag worden hier genoemd.

Energieopslag speelt in alle onderzochte scenario’s een belangrijke rol voor het balanceren van energieaanbod en -vraag op verschillende tijdschalen. Het gaat hierbij zowel om energieopslag voor de korte- tot middellange termijn (elektriciteit- en warmteopslag), als om energieopslag voor de lange termijn in de vorm van gassen (moleculenopslag).

In de scenario’s wordt duidelijk dat er in 2050 er 40-70 GW aan elektriciteitsopslag nodig is. In de gevoeligheidsscenario’s waarbij er minder kortdurende elektriciteitsopslag mee genomen wordt, kan de elektriciteitsprijs tot wel 140% stijgen, afschakeling industrie met 97% en curtailment met 280% stijgen. Energy Storage NL (ESNL) benadrukt nogmaals dat naast een groei in variabele duurzame productie (wind en zon), ook een sterke groei in flexibiliteit in de vorm van energieopslag nodig is om het toekomstige systeem robuust en betaalbaar te houden.

Het doel van deze verkenning is het ontwikkelen van de inzichten in de energie-infrastructuur, flexibiliteitsmiddelen en systeemintegratie, die nodig zijn voor een betrouwbaar, effectief en robuust klimaatneutraal energiesysteem in 2050. Volgens Hans-Peter Oskam, directeur beleid en energietransitie Netbeheer Nederland, moet het tempo van de uitvoering verder omhoog om de klimaatambities van 2050 te halen. Verder zullen we ons gedrag moeten aanpassen aan het nieuwe energiesysteem, dat veel grilliger is dan we tot nu toe gewend zijn. Er is nog een flinke impuls nodig om op tijd de beschikking te hebben over voldoende flex-oplossingen, zoals energieopslag en conversie, en er is tijd nodig om nieuw gedrag aan te leren. Flex moet het nieuwe normaal worden, maar daar zijn we nu nog niet aldus Hans-Peter Oskam.

* II3050-editie 2 is een update en verdieping van II3050-editie 1 uit 2021. In juni 2023 werd de eerste update van de scenario’s gepubliceerd, de II3050-scenario’s.

Hieronder de belangrijkste conclusies en aanbevelingen uit het II3050-editie 2 voor de sector en bestuurders.

  • Bij het versnellen van een CO2-vrij elektriciteitssysteem moeten randvoorwaarden zoals waterstofproductie en -opslag, hernieuwbare opwek, opslag, conversie en infrastructuur worden gewaarborgd. Zorg voor doelmatig en uitvoerbaar klimaatbeleid, rekening houdend met fysieke grenzen en periodieke aanscherping van nationale programma’s met behulp van infrastructuuranalyses. Volgens ESNL is er veel onduidelijk welke rol conversie en energieopslag kan hebben per regio en gemeente en zijn er verschillende uitvoeringsstrategieën bij Netbeheerders. ESNL wil benadrukken dat integratie van de analyse van energie-infrastructuur, flexibiliteit en uitvoeringscapaciteit nodig is om knelpunten in kaart te brengen en effectievere beleidskeuzes te maken. Dit zal private en publieke investeringen ten goede komen.
  • Stel voor elke energiedrager, en eventueel -sector, een norm voor leveringszekerheid op en/of herzie de bestaande normen. Er bestaan op dit moment verschillende normen voor elektriciteit en gas. Voor waterstof en voor warmte ontbreken ze nog waardoor er veel onzekerheid is welke rol deze energiedragers krijgen. ESNL onderstreept dat er een beslissing moet komen over wat er verwacht wordt van het toekomstige duurzame energiesysteem voor alle energiedragers en afnemers om de juiste investeringen in infrastructuur en flexibiliteitsmiddelen op het juiste moment te kunnen doen. De discussie moet zich richten op het gewenste niveau van leveringszekerheid, acceptabele kosten en eerlijke toegang tot energie tijdens schaarste.
  • Reserveer tijdig voldoende ruimte op alle bestuursniveaus voor duurzame opwek, infrastructuur, flexibiliteit en opslag om het transitietempo te halen. Dit omvat ruimtelijke reserveringen voor elektriciteits- en warmteopwek, evenals infrastructuur op nationaal, provinciaal en gemeentelijk niveau, inclusief kabels, leidingen en stations.
  • Stel een nationaal uitvoeringsplan energietransitie op dat de transitie van de vier energieketens (elektriciteit, waterstof, warmte en koolstof) op landelijk en regionaal niveau behandelt. Dit plan moet duidelijkheid bieden aan burgers en bedrijven, overheden helpen bij voorbereidingen, en netbedrijven ondersteunen bij personeels- en materiële planning om de energietransitie uitvoerbaar te maken.

Energy Storage NL onderschrijft de bovenstaande aanbevelingen. In de gesprekken die ESNL heeft met de sector en gemeentes komt duidelijk naar voren dat er vraag is naar een langetermijnvisie en duidelijkheid wat er gevraagd word van energieopslag systemen.

Op het thema flexibiliteit

  • Ontwikkel een beleidskader dat voldoende flexibel vermogen mogelijk maakt, terwijl de regels eenvoudig blijven en de zakelijke aspecten aantrekkelijk zijn. De toekomstscenario’s geven aan dat er een groeiend verschil is tussen vraag en aanbod voor alle energiedragers. De huidige marktregels (classificering energieopslag en conversie/ transporttarieven/ subsidie) zijn niet rendabel voor de gewenste hoeveelheid decentraal flexibel vermogen – aldus ESNL en het II3050 ed. 2. Het beleidskader moet ontwikkelpaden voor flexibiliteitsmiddelen bevatten en minimale capaciteitsnormen vaststellen waar in elk geval op gestuurd wordt. (Voorbeeld: xGW en xGWh opslagvermogen en -capaciteit in provincie X)
  • Moedig flexibel gedrag van de energievraag aan in alle sectoren met financiële prikkels. Stel concrete doelen en monitor de voortgang. Flexibel gedrag van de energievraag, dat meebeweegt met het aanbod, vermindert de behoefte aan investeringen in flexibiliteitsopties en energie-infrastructuur. Financiële prikkels moeten worden ingevoerd om dit gedrag te stimuleren, en afspraken moeten worden gemaakt met betrokken partijen, inclusief monitoring.
  • Beheer de locatie en de wijze van inzet van flexibiliteitsopties om de transportbehoefte niet te vergroten. Dit kan worden bereikt door differentiatie in nettarieven, prioriteit te geven aan aansluiting voor flexibiliteitsopties, herziening van biedzones en andere methoden. Hiervoor zagen we al verschillende voorstellen, zoals de uitwerking van alternatieve transportrechten en de ACM-consultatie voor een prioriteringskader voor transportverzoeken.

Elektriciteit opslag

  • Stimuleer toepassing van circulaire strategieën in alle sectoren om importafhankelijkheid van schaarse mineralen en metalen te reduceren. Voor opschaling van de duurzame productieketens moet werk gemaakt worden van de circulaire strategieën rethink, reduce, repair en re-use, zodat de importafhankelijkheid van schaarse mineralen en metalen afneemt. ESNL wil nogmaals de sector erop attenderen dat er een nieuwe Europese batterijrecycling wetgeving is aangenomen. Lees ons bericht voor meer informatie. ESNL zal in toekomstige berichtgeving verder uitweiden op dit onderwerp.

Moleculenopslag

  • Groene waterstof gekoppeld aan wind-op-zee moet beter worden ontsloten in het systeem. Opslag speelt daarbij een cruciale rol, bijvoorbeeld in zoutcavernes en lege gasvelden. Door hier nu heldere keuzes in te maken, bijvoorbeeld in de Mijnbouwwet, kan Nederland een sterke positie behouden op seizoensopslag en strategische voorraden van duurzame energie. In gespreken met de achterban van ESNL komt zeer sterk naar voren dat de keuze voor het aantal zoutcavernes zeer snel gemaakt moet worden i.v.m. de lange doorlooptijd om een caverne gereed te maken voor moleculenopslag (Waterstof, perslucht, andere waterstof derivaten).
  • Maak concreet voor wie, in welke gebieden en wanneer waterstof een rol gaat krijgen, wie voor de realisatie van de nodige (regionale) infrastructuur verantwoordelijk is en aan welke eisen dit waterstofnet moet voldoen. Met concrete aanwijzingen kan in de planning van nieuw- en ombouwprojecten van het regionale gasnet naar waterstof rekening worden gehouden. Ook ontstaat dan duidelijkheid voor bedrijven die nu bezig zijn met het maken van strategische keuzes over hun pad naar verduurzaming.

Warmteopslag

  • Geef voor benodigde netaanpassingen prioriteit aan wijken waar de plannen en randvoorwaarden op orde zijn, en die geclusterd in één keer overgaan naar een duurzame eindoplossing, zoals volledige elektrificatie. Dit vraagt om een aanpassing van huidige regels voor, en werkwijze van regionale netbeheerders.

ESNL ziet in de verschillende scenario’s dat het karakter van warmte-uitwisseling enorm veranderd richting 2050: van ‘warmtenetten’ in de industrie en landbouw – vooral boekhoudkundig, weinig infra – naar grootschalig residentieel gebruik van warmte, waar veel infra voor nodig is. Ook in de glastuinbouw verandert er veel: van veel kassen met een WKK en met weinig warmte-infra naar bijvoorbeeld gedeelde geothermieputten en daarmee ook behoefte aan meer warmte-infra. Deze veranderingen treden in elk scenario op. ESNL wil benadrukken dat er verschillende warmteopslag technologieën niet worden benoemd die potentieel wel veel kunnen bijdragen aan de flexibiliteitvraag in Nederland.

Het eindrapport is hier te vinden. De bijlage van het rapport vindt u hier en de aanbevelingen van het rapport hier.